
KRAAMBED
In het kraambed komen wij zowel moeder als baby thuis controleren. We komen in de eerste 8 dagen na de geboorte een aantal keer en indien nodig komen we dag 10 ook nog langs. Dit is bijvoorbeeld het geval na een keizersnede of als extra gewichtscontrole van de baby.
Tijdens deze visites geven we voedingsadvies en controleren we het gewicht , kleur en welbevinden van je baby. Daarnaast controleren we de moeder, waarbij we aandacht hebben voor zowel het lichamelijk als psychische aspect.
De kraamverzorgster is de eerste week dagelijks aanwezig. Zij doet controles bij moeder en kind, helpt de ouders bij het voeden en de verzorging van de baby, voert huishoudelijke taken uit en overlegt met ons indien nodig.
Na de geboorte van jullie kindje moet er binnen 3 dagen aangifte worden gedaan bij de gemeente waar de bevalling plaatsvond.
Meestal wordt de aangifte gedaan door de vader van het kindje, maar het kan ook door de moeder of door iemand die bij de bevalling aanwezig is geweest.
Benodigde documenten bij aangifte:
• Geldig paspoort of ID-kaart van de moeder.
• Geldig paspoort of ID-kaart van de persoon die aangifte doet.
• Een geboorteverklaring van de verloskundige of het ziekenhuis.
• Akte van erkenning (indien ouders niet getrouwd zijn).
• Trouwboekje (eventueel).
Bij de meeste gemeentes is het noodzakelijk om een afspraak te maken voor de aangifte. Deze afspraak kan zowel via de website van de desbetreffende gemeente als telefonisch gemaakt worden.
Voordat jullie kindje geboren wordt, moet je de keuze maken of je borst- of flesvoeding wil gaan geven.
Een keuze die veel bepalend is voor de eerste periode na de bevalling, maar zeker ook voor de daaropvolgende weken, maanden en zelfs jaren.
Borstvoeding is de beste start voor elke baby. De samenstelling en temperatuur van moedermelk is namelijk precies afgestemd op de behoeften van de baby. Deze melk bevat antistoffen en voedingstoffen uit het lichaam van de moeder, die niet aan kunstvoeding toegevoegd kunnen worden. Hierdoor hebben baby’s die borstvoeding hebben gekregen een kleinere kans op bijvoorbeeld allergieën en obesitas. Ook heeft borstvoeding een positief effect op de binding tussen moeder en kind.
Als ouders ervoor kiezen om hun kindje borstvoeding te gaan geven, bieden wij hierin (samen met de kraamverzorgster) begeleiding die is aangepast op ieders unieke situatie. Op deze manier streven we naar een goedlopende borstvoeding. Wij hebben, indien nodig, goede contacten met verschillende lactatiekundigen in de buurt.
Het kan zijn dat het voor ouders een bewuste keuze is om te starten met kunstvoeding. In dit geval is het belangrijk dat er voor de bevalling een pak kunstvoeding en een flesje in huis worden gehaald. Als je als ouder vragen hebt over de verschillende soorten voeding en flessen, kunnen wij hier tijdens spreekuur informatie over geven. In de kraamweek stemmen wij samen met de ouders en de kraamverzorgster de hoeveelheid voeding die een kindje per dag nodig heeft af. Hierin wordt vooral gekeken naar het gedrag en de behoeften van de baby.
Meer informatie over borst- en flesvoeding kun je terugvinden in onderstaande folders, of via de website borstvoeding.nl
Een te korte tongriem:
Soms wordt er in de kraamweek gezien dat een kindje een ‘te kort tongriempje’ heeft. Door een te kort tongriempje kan een pasgeboren baby de tong moeilijk naar voren brengen en bewegen wat tot voedingsproblemen kan leiden:
- borstvoeding: Het is voor een baby met een te kort tongriempje lastig om de tepel en tepelhof in zijn geheel te omvatten. Daardoor wordt het vacuüm telkens verbroken. Dit is te horen aan een klakkend geluid tijdens het drinken. De baby laat frequent los en wordt onrustig. Hierdoor kunnen ook pijnlijke, gevoelige tepels ontstaan
- flesvoeding: Een kindje met een kort tongriempje kan de flessenspeen niet vacuüm kan zuigen. Hierdoor krijgt hij/zij veel lucht binnen tijdens het drinken, waardoor buikkrampen kunnen ontstaan
Soms heeft een baby geen voedingsproblemen, maar wel een te korte tongriem. Ook dan het is het de overweging waard
om de tongriem toch te laten klieven. Op latere leeftijd kan een korte tongriem namelijk leiden tot spraakproblemen, maar ook het simpel likken aan een lolly/ijsje kan bemoeilijkt worden. Dit omdat de tong niet beweeglijk genoeg is.
Een te korte tongriem komt regelmatig voor.
Binnen onze praktijk hebben we ons gespecialiseerd in het klieven van de tongriem. Het is een eenvoudige ingreep die tot 6 weken na de bevalling pijnloos is. Dit komt omdat de zenuwen aldaar nog niet zijn aangelegd.
De ingreep:
Een verkorte tongriem wordt middels een sleufsonde en een steriel schaartje snel en eenvoudig verholpen. Indien mogelijk proberen we tussen twee voedingen te klieven, zodat de baby na het klieven als troost aan de borst of aan het flesje kan drinken. Klieven tussen de voedingen is niet altijd mogelijk, in het geval dit niet mogelijk is zullen we na de ingreep de baby laten zuigen op een speentje of op de pink van een van de ouders.
Tijdens het klieven ligt de baby (liefst ingebakerd) met het hoofdje richting de verloskundige, zodat zij goed overzicht krijgt. Dan plaatsen we de sleufsonde onder de tong en tillen deze omhoog. De schaar wordt onder de top van de tong geplaatst en het riempje wordt ingeknipt. Het kan een klein beetje bloeden. Pijnstilling is niet nodig.
Kosten:
De kosten van het klieven bedragen €50. Hiervan ontvang je een factuur die je kunt indienen bij de zorgverzekering. Zij zullen dan bepalen of ze deze kosten aan je vergoeden.
Verder noteren wij alle gegevens op een daarvoor bestemd registratieformulier. Dit zal als dossier bewaard worden.
In de eerste week na de geboorte worden de hielprik en de gehoortest uitgevoerd. Meestal vinden deze testen plaats op dag 5, behalve als dit een zaterdag, zondag of feestdag is.
Zowel de hielprik als de gehoortest worden thuis uitgevoerd.
Tijdens de gehoorscreening worden er 2 oordopjes in het oortje van het kindje gebracht. Via speciale apparatuur worden geluidsgolven naar het oortje van het kindje gezonden.
De uitslag van de gehoortest wordt direct bekend gemaakt.
Indien de eerste test aangeeft dat één of beide oortjes verminderd reactie geven, wordt de test een week later herhaald.
Lees hier verder over de gehoorscreening.
Bij de hielprik krijgt jullie kindje een prikje in de hiel van het voetje. Er worden enkele druppels bloed op een speciale kaart gedruppeld. Deze kaart wordt opgestuurd en het bloed wordt onderzocht op een aantal zeldzame erfelijke ziekten. Indien je 4 weken na de afname van de hielprik geen bericht hebt ontvangen, zijn er geen bijzonderheden in het bloed aangetoond. Indien er wel een afwijkende uitslag blijkt te zijn, worden jullie hierover telefonisch geïnformeerd binnen 4 weken.
Lees hier alles over de hielprik.
Zes weken na de bevalling kom je nog een keer met jullie kindje bij ons op nacontrole.
Tijdens deze controle blikken we terug op de periode van zwangerschap, bevalling en kraambed. We bespreken hoe het met jullie gaat, of er nog lichamelijke of psychische klachten zijn, meten de bloeddruk nog een keer en prikken eventueel nog een keer het ijzergehalte.
Verder bespreken we de mogelijkheden van anticonceptie in jouw persoonlijke situatie.